Groeiseizoen 2018
Het groeiseizoen van 2018 zullen veel veehouders niet snel meer vergeten. Wanneer men aan verschillende veehouders vraagt hoe zij dit jaar in één woord zullen omschrijven zal het antwoord vaak zijn: droog. Op de top bedroeg het neerslagtekort gemiddeld over Nederland meer dan 300 mm. Vooral veehouders op zandgrond hadden veel last van deze droogte, waarbij sommige grasland percelen volledig verdroogd waren en opnieuw inzaaien de enige oplossing is. Door deze droogte is er vanzelfsprekend minder ruwvoer geoogst, ook hierbij geldt dat dit probleem voor elke veehouder verschillend is. Een aantal veehouders is ‘blij’ met de lagere gewasopbrengsten, zodat het ruwvoeroverschot op het bedrijf teruggedrongen kan worden. Andere veehouders zullen de misgelopen opbrengsten moeten compenseren met aankoop en krijgen te maken met hoge voerprijzen door meer vraag dan aanbod.
Veel veehouders werken aan de hoogste benutting van de mest op hun bedrijf. Hierbij letten zij sterk op het tijdstip van uitrijden en doen dit het liefste vlak voor of tijdens een regenbui. Echter is de combinatie regen en zomer 2018 niet te maken. Hierdoor zaten de mestputten van veel veehouders richting het einde van het uitrijseizoen, nog flink vol. Dit gaf de veehouders de verplichting om eind augustus toch mest uit te rijden, anders dreigde er voor velen een opslag tekort voor de komende winter.
Doordat er in de zomer weinig nutriënten zijn onttrokken en aan het einde van de zomer toch nog een redelijke hoeveelheid is bemest, was er in het najaar voldoende voeding voor het gras in de bodem. En in combinatie met relatief warme temperaturen in het najaar, bleef op veel plekken het gras lang door groeien. Veehouders die half november de laatste snede gras nog oogstten waren geen uitzondering. Kuiluitslagen van het gras dat dit najaar lieten duidelijk zien wat vele al vermoedden. Hoge ruw eiwit gehalten, waarvan een groot deel onbestendig is (OEB).
Voor veehouders is het de uitdaging om deze winter dit gras zo goed mogelijk weten te benutten. Want ook hier geldt; alles wat uit eigen voer benut kan worden, hoeft niet te worden aangekocht. Gewenst is om een rantsoen te krijgen waarbij het ruw eiwit gehalte in het rantsoen, aansluit bij de behoefte van de veestapel. De najaarssnede met veel ruw eiwit zou daarom perfect passen bij het gras wat midden in de zomer is geoogste en minder ruw eiwit bevat. Mocht er dan als nog een overmaat aan (onbestendig) eiwit aanwezig zijn, kan dit gecompenseerd worden door energie rijke grondstoffen. Denk hierbij aan grondstoffen als perspulp, pulpbrok, tarwe, gerst of maismeel. Zorg ervoor dat je als veehouder aankoop wat je mist binnen je rantsoen. Extreme kuilen vragen extreme bijsturing.