Quick scan mest en bodemkwaliteit

In de verduurzaming van de landbouw welke onder andere gericht is op verlaging van nutriënten verliezen, verlaagde inzet van gewasbeschermingsmiddelen, verbetering van de waterkwaliteit en verhoging van de biodiversiteit, spelen de bodem, het bodemgebruik en specifieke bemesting een belangrijke rol. Met het oog hierop is er behoefte aan informatie over de kwaliteit van verschillende dierlijke mestsoorten en hun impact op het bodem- en watersysteem.

Het mestbeleid ziet in hoofdlijnen toe op het verminderen van luchtemissies (vnl. ammoniak) en het verminderen van N- en P bodemoverschotten om uitspoeling te voorkomen. Wetgeving richt zich – naast stal inrichtingseisen – op eisen t.a.v. mestaanwending en maximalisatie van de plaatsingsruimte.

Deze regelgeving ziet dus toe op emissiebeperking wat tot gevolg heeft dat innovaties uit de praktijk zich ook richten op emissiebeperking. Hierdoor is de aandacht voor de intrinsieke kwaliteit van mest en compost (en de uitwerking daarvan op onze bodems!) afgenomen. Er wordt veelal geredeneerd vanuit de directe gevaren (emissies) en niet vanuit kansen. Vanuit het perspectief wetgeving is dit ook niet onlogisch. De vraag is of het niet goed zou zijn in de ontwikkelingen rond mest- en compost meer in te zetten op de intrinsieke kwaliteit van mest en compost en daarmee op de invloed daarvan op een gezonde en vitale bodem. In het kader van een duurzaam bodembeheer willen we met deze onderzoeksvraag inzicht verkrijgen in de (integrale) werking van verschillende mest- en composten op het gehele bodem ecosysteem en de effecten op diensten zoals koolstofvastlegging in de bodem, productie en stimuleren van biodiversiteit zonder de effecten op emissies te negeren.

Klik op de afbeelding om verder te lezen!
Terug naar de theorie