Bodemleven – Leven onder de graszode
Over bodemleven is veel specialistische kennis beschikbaar. Deze kennis is echter slecht voor de praktijk toegankelijk. In de praktijk zijn wel ervaringen hoe de bodemkwaliteit positief of negatief wordt beïnvloed. Verklaringen voor deze ervaringen blijven vaak in algemene termen steken als “het bodemleven” of “de bodem”. Er kan daarom gesteld worden dat de link tussen ervaringskennis en formele kennis op het gebied van bodemleven zwak is. Redenen hiervoor zijn dat formele wetenschappelijke kennis weinig toegespitst is op de blikrichting binnen de praktijk. Ook blijft bodemleven als het ware een “black-box” waarvan een veehouder moeilijk een beeld kan vormen. Het kan vergeleken worden met de pens van de koe in de veevoeding, waarvan met behulp van de pensfistel een tip van de sluier is opgelicht. In tegenstelling tot de pens kun je in de grond gewoon graven. Dan rijst echter de vraag: Waar moet je op letten in de grond? Als je de vergelijking met de pens doortrekt, dan zijn er in de veevoeding de afgelopen jaren allerlei indicatoren voor de praktijk ontwikkeld, waarmee processen in de koe zichtbaar zijn gemaakt. Voor bodemleven zijn door onderzoek ook indicatoren ontwikkeld, maar deze zijn nog weinig toegankelijk voor de praktijk. Veehouders stellen vaak 3 vragen over bodemleven:
1. Welke functies heeft het bodemleven voor mijn bedrijfsvoering?
2. Hoe kan ik het bodemleven en haar functies beïnvloeden met mijn bedrijfsvoering?
3. Hoe kan ik de effecten van mijn bedrijfsvoering op het bodemleven meten en beoordelen?
Klik op de afbeelding om verder te lezen!
Terug naar de theorie