Bodempodcast #16 De kringloop van bodem, plant en koe. Wat is het belang van een goed werkende bodem voor de diergezondheid?

Introductie
In deze aflevering van de Bodempodcast gaan we het hebben over de kringloop van bodem, plant en koe op melkveebedrijven. We zijn te gast bij melkveehouder Gerben Eising uit Sleen (Drenthe) die samen met zijn ouders een melkveebedrijf runt met ongeveer 150 koeien en bijbehorend jongvee. Verder zitten aan tafel de Boerenveearts Gerrit Hegen en akkerbouwer en monsternemer bij Eurofins, Wim Scholten. In de podcast bespreken zij vanuit hun eigen achtergrond waar zij naar kijken bij een uitslag van een bodemmonster en hoe hierin kan worden bijgestuurd. Tevens wordt uitgelegd waarom je de diertjes die in de bodem leven, net zo serieus moet nemen als de dieren die van het gras op de bodem eten. Uiteraard gaan we ook even naar buiten en zetten de schop in de grond om de bodem zelf te beoordelen. We maken ook een uitstapje naar het jongvee, wat doet een goede bodemwerking voor hen en waar kan dat fout gaan?

Tot slot behandelen we natuurlijk ook het bodemdiertje van de week. Met dit keer geen echt beestje maar een hele familie; de Schimmels!  

Samenvatting
Bodemkundige: Gerrit Hegen, de Boerenveearts en Wim Scholten, akkerbouwer en monsternemer bij Eurofins
Locatie: melkveehouderij in Sleen, te Drenthe bij Gerben Eising
Bodemtype: Zand

Grondmonster uitslag
Grondonderzoek een keer per 3 à 4 jaar. Is puur monitoren, wat is er veranderd en waar kun je weer op sturen. Waardes vergelijken met het gemiddelde van de omgeving of de streefwaardes. Het OS-gehalte is van groot belang, zeker op zandgrond. Dit is o.a. bepalend voor het klei-hummuscomplex, wat de ‘accu’ van de bodem is en nutrienten voor langere periode kan binden voor het gewas. Magnesium en calcium beïnvloedden de structuur van de bodem, omdat ze verschillen in grootte en dus anders zijn in compactheid. Zwavel is van belang voor de diergezondheid. Er is een correlatie tussen de elementen beschikbaarheid in de bodem en wat er in het ruwvoer zit. Kalk kan gebruikt worden voor het omhoog brengen van het pH van de bodem. Dit zal ook de structuur van de bodem weer verbeteren. Magnesium is goed voor de diergezondheid. Kalium voor droogtegevoeligheid van de bodem. Bij verzilting is het natriumgehalte hoog, tegelijk is natrium gezond en smakelijk voor de koe.

Bemesten en weiden
Er zit grote variatie in de samenstelling van drijfmest. Dit start bij passage tijdens de vertering in de koe al. Als er veel reststoffen in de mest zitten is er meer kans op rottingsprocessen, verzuring en verzouting. Het rantsoen dat gevoerd wordt beïnvloed ook de kwaliteit van de mest. Een goede mest is homogeen, goed gemixt en met juiste verhoudingen. Stikstof kan het best gestrooid worden in juni-juli om smakelijk gras met minder roest te krijgen in de herfst. De OS opname is beter als er niet net mest op het land heeft gelegen. Ook oppassen met ziektes die via de mest overdraagbaar zijn. Bemesting stoppen als de bodem goed werkt, zeker voor kruidenrijk grasland.

Jongvee
Tekorten in de mineralen voorziening bij het jongvee kan leiden tot gezondheidsproblemen. Jonge dieren zijn vol in ontwikkeling, ook de botten en klauwen. Vaak krijgt het jongvee juist mindere kwaliteit ruwvoer. Goed aanvullen naar behoefte van het groeiende dier. Als er in de kringloop bodem, plant en dier iets niet klopt merk je dit bij het jongvee. Monitoren kan bijvoorbeeld doormiddel van een steekproef bloedonderzoek.

Tik hier: Bodempodcast 16 voor de samenvatting als PDF!

Van deze aflevering is ook een kortere variant beschikbaar, beluister deze hieronder!

Terug naar de Bodempodcast